Pages

donderdag 1 juli 2021

1 juli 2021 Kan het nog gekker?




De roofblei kan van de bucketlist.

Arjen en Peter komen op herhaling. De eerste trip heeft hen gebracht wat ze er van hoopten, hoewel de bucketlist nog niet compleet kon worden afgevinkt. Er staan nog soorten en formaten op die zich niet hebben gemeld. In de aanloop naar deze dag doen zich nog een paar digitale hobbels voor, maar gaandeweg leer ik ook die weg beter te bewandelen.

Zo komt het toch goed en ontmoeten we elkaar op de afgesproken tijd op de locatie, die mij het beste leek. Gelet op de weers- en water gesteldheid had ik daar het meeste vertrouwen in. Het is koel en er staat een redelijke wind, terwijl de rivier flink stroomt. Het is gelijk feest wanneer de mannen arriveren. Net twee blije eieren die uit het mandje mogen. Ze hebben er zin in, héél veel zin.

Zodra de boot in het water ligt en de auto's correct zijn geparkeerd, verplaatsen we ons naar de jachtvelden. Het stroomt flink en wij starten, zoals vrijwel gebruikelijk, met slepen. Ik verwacht de vis echt in de oevers, in de luwte van de harde stroom. Maar onze eerste oever leverde helemaal niets op. vervolgens bleef het bij het werpen en jiggen ook heel stil. Toen begon ik toch even te twijfelen.

Direct weer zo'n joekel van een baars.

Onder het motto dat doorzetten een must is en dit eigenlijk ook de uitdaging van het vissen is, vervolgden we onze weg. En warempel langs de andere oever lag actieve vis, Arjen beet de spits af, ondiep langs het kantje. Direct weer een grote baars, de vis die hij zo graag wil vangen. Toch haakte Peter een paar minuten later een vis aan de buitenkant, een flinke snoekbaars. In een kwartier tijd kwamen er vier vissen in de boot. 

En nummer twee is ook binnen.

En wat dan ook leuk is, is het feit dat beide mannen twee vissen hadden. En bovendien beiden een flinke snoekbaars en een grote baars. De blije gezichten werden steeds blijer en de scorende kunstaasjes werden heilig verklaard. Hierna werd het wel iets rustiger, terwijl we ons tussen de kribben bevonden. Toch kwam ook hier hier een baars tevoorschijn, toen we een stijl talud opvoeren.

Peter scoort een nieuw persoonlijk record.

Omdat het hierna stil bleef, voer ik een heel stuk verder en sleepten we weer een kant af. Helaas bleef het daar bij een losser. Ook tijdens de volgende trajecten bleef het stil. Aangekomen bij een stek voor roofblei, gingen we enthousiast aan de slag, want er was leven in de brouwerij. Het jagen leek zich, net als in de voorbije dagen, vooral te richten op het kleine speldaas. Toch werden er wel wat tikken uitgedeeld, die de mannen met veel verbazing incasseerden. Wat een klappen zeg!

Zonder vis gingen we verder en moesten constateren dat de beet er uit was. Omdat er ook geverticaald moest worden, een nieuwe ervaring, zocht ik het direct een heel stuk verder op. De harde wind maakte het varen best lastig. Bovendien werd het steeds natter en kouder. Daarom namen we de regenkleding in gebruik. En zo kon het ook gebeuren dat ik een aanbeet als een botsing met de bodem ervoer. De vis die was gehaakt kon ik ook niet direct thuisbrengen.

Het kan niet op vandaag of ...........

Maar het resulteerde wel in de landing van een baars van 50 cm. Zo groot hadden de mannen ze nog nooit gezien. En hoewel ze beiden hun persoonlijke records flink hadden opgeschroefd, ligt er dus de uitdaging ook eens dit formaat te mogen vangen. Er moet toch ook nog iets te wensen overblijven. Zoals een mooie roofblei, waarnaar Arjen zo hunkert. 

Verderop tikte ik nog een keer vast op een baars en loste Arjen een snoekbaars. Het is even wennen om resoluut te reageren op subtiele aanbeten en dan hoort dit er gewoon bij. We probeerden het nog even en gooiden toen de handdoek in de verticale ring, of moet ik zeggen diagonale ring. Want dit is in feite wat we deden.

Nog geen roofblei, maar meerval van dit formaat is ook leuk.

Omdat die roofblei maar terug bleef komen, besloot ik een kans te wagen op een stuk waar het hard stroomde. We sleepten langzaam tegen de stroom op en eerst leek zich niets te roeren. Toen begon mijn hengel, achter op de boot hevig te stuiteren. Eenmaal in de hand en met de boot voor anker, kon ik gaan drillen. Het duurde geruime tijd voordat zich een meerval meldde in de oppervlakte.

Omdat we de vis eigenlijk niet naar de boot kregen, vanwege de harde stroming, liet ik de boot afzakken naar de vis. Op enig moment nam Arjen de hengel over en bereidde ik me voor op de landing. Toen de vis blijk gaf van vermoeidheid, greep ik het in de bek en trok hem in de boot. Op de onthaakmat en de "Vismaat" bleek de vis precies één meter lang te zijn.

Weer een knappe snoekbaars voor Arjen.

Doe maar, ook nog een meerval! Wat een dag zeg. En de dag was nog (lang) niet voorbij! Gelukkig wisten we toen nog niet wat ons nog te wachten stond. De oever waar de meerval uit kwam, gaf geen vis meer prijs en dus probeerden we de andere kant, die voor Arjen nog een snoekbaars opleverde.

Hierna ging het in volle vaart stroomafwaarts naar een oever waaraan ik goede herinneringen bewaar. Garanties heb je natuurlijk nooit, maar niet proberen maakt je kansloos en zo gingen we opnieuw tegen de stroom op slepen. Het bleek een goede keus, want opnieuw werd hier vis gevangen en wel zodanig dat we ook nog een tweede poging waagden. 

Meten is weten en het ondersteunt de geloofwaardigheid.

Omdat de tijd aardig op schoot, legde ik de mannen mijn plan voor, waarmee ze het grondig eens waren. En dit hield in dat we de roofbleistek nog een keer onder handen namen. Of was het omgekeerd. Hier maakte ik mee, wat ik nooit eerder heb mee gemaakt. Ik had de boot nog maar net goed neergelegd, op het anker met de kop in de stroom, toen Arjen bijna ontplofte van enthousiasme. Waar het eerder niet lukte, was de eerste worp direct raak.

Een joekel van een roofblei nam zijn aasje te grazen. De grote vis ging hevig te keer, terwijl Peter, die naast me stond, ook een aanbeet meldde. En daar stond ik tussen twee mannen in die beiden aan iets groots vast zaten. Daarbij wist ik vrijwel direct dat we bij Peter nog veel geduld moesten hebben. Ik liet hem weten dat het m.i. om een meerval ging! Hoe is dit toch mogelijk. In pakweg drie weken tijd vijf meervallen aan de lijn terwijl je er niet gericht op vist, als bijvangst zeg maar!

We hadden er al heel wat binnen, tijdens de dril die eindigde in lijnbreuk.

Maar daar konden we nu niet bij stil staan, in het heetst van de strijd. Arjen wilde met zijn trofee-vis op de foto en Peter keek naar de spoel van zijn molen, die gestaag werd leeg getrokken. Hetgeen nu het meest haalbaar  en dringend was, was het landen van de roofblei. Dit viel nog niet mee, maar na een spannende dril ging het net eronder en kon Arjen zich even vermaken met het onthaken en meten. Ondertussen wist ik wat me te doen stond met Peter, we moesten achter de vis aan.

Na een paar snelle foto's van Arjen met zijn droomvis van 74 centimeter, kon deze terug en konden we ons helemaal focussen op Peter. Eigenlijk zag ik al een herhaling van één week geleden aankomen. Andermaal een vis die lak heeft aan de visser en doet waar deze zin in heeft. Onzichtbaar blijven en de visser zijn wil op leggen. En zo gingen wij op pad.

Deze vis kreeg Peter wel in de boot.

Een pad dat een uur in beslag nam en eindigde op een doodlopende weg. Er was alle tijd om te filmen en het thuisfront mee te laten leven met dit spektakel. Omdat het eindeloos leek, hadden de mannen een manier gevonden om de klappen op te vangen. De één nam de hengel wanneer de vis zich aan de voorzijde van de boot bevond en de ander nam het over zodra de vis zich naar de achterzijde bewoog. Zo hielden we ook meer overzicht in de boot. Mijn taak was het om de boot weg te houden bij de oever en de grote schepen.

Ook moesten we af en toe weer achter de vis aan. Deze liet zich niet zien en hoewel we een paar keer dachten dat deze omhoog kwam en we hoopten die glimp in ieder geval vast te leggen, werd ons dat niet gegund. Na een uur stond Peter nog steeds met een kromme hengel, waarvan de lijn het uiteindelijk begaf. Onze uitrustingen waren niet afgestemd op zoveel geweld. 

We hadden wel plannen gesmeed voor een eventuele landing, maar zover kwam het dus niet. We zouden wanneer de vis zich gewonnen gaf, het kribvak invaren en daar moesten dan mensen de boot uit om de vis vast te pakken. Onze kleding bleef dus droog en de vis bleef nat, zonder zich aan ons te hebben getoond. We stelden ons tevreden met de 16 vissen die we wel in de boot kregen. Zeg maar gewoon "uitermate tevreden!"

Deze stak nog in het paaikleed.

Omdat dit gevecht zolang had geduurd, moesten de planning worden bijgesteld. Onze visdag zat er op. We voeren terug naar de helling, terwijl de adrenaline langzaam weer normaal werd. Bij de helling ging ons nog een boot voor en toen waren wij aan de beurt. Zoals gebruikelijk verliep het traileren soepel, onder het toeziend oog van een aangeschoven collega.

Althans dat maakte ik op uit al zijn verhalen en bevindingen. Zo te horen had ik nog heel veel te leren over ons materiaal en ook zijn kennis en ervaringen met grote vissen en reizen, maakte ons heel klein. Toen de betreffende persoon desondanks mijn gegevens wilde, liet ik hem weten dat in geval van een boeking, waarschijnlijk meer ervaring de boot in zou stappen, dan er in zat. De tijd zal het leren.

Ik zie nu al weer uit naar volgende trips en nieuwe ervaringen. Het gidsen/vissen brengt me toch wel in aanraking met talloze uitdagingen. Uitdagingen die me leren hoe gevarieerd het leven is. Geen mens is gelijk en de manieren waarop we naar dingen kijken en ervaren, kent net zo veel verschillen als er mensen zijn. Dat je er daar één van mag zijn is een mooi bewustzijn. Dat je de eigen grenzen moet bewaken, is onontkoombaar. Respect en gelijkwaardigheid zijn immers niet vanzelfsprekend.