Ik heb John in de achterliggende jaren vaker ontmoet. Zowel op het droge als op het water. Hij weet zich nog heel goed de opnamen van het zeeltvissen op Vis-tv te herinneren. Dan praat je over juni 1996! Hoe is het toch mogelijk dat iemand dat nu nog zo goed weet. Ik blijf me verbazen.
John vist zelf ook regelmatig op de wateren waar ik graag verblijf. Maar nu wil hij mijn aanpak eens ervaren.
Ondertussen sleutelt hij aan een andere boot, als echte doehetzelver.
Ik leg de boot voor een putje om te kijken of er inkomend of uitgaand verkeer is. Al bij het tweede of derde tikje slaat John zijn hengel krom. Hij twijfelt even of het wel een vis is. Maar dan is alle twijfel weg. De zagende beweging van het kopschudden daar beneden is in gang gezet, zonder dat de vis los komt van de bodem. Omdat John probeert of er zonder onderlijn meer snoekbaars te vangen is, heeft het kopschudden voor de vis het gewenste effect. Het lijn wordt deskundig doorgezaagd en wij zijn een illusie armer. Aan het einde van de dag zal blijken dat we de enige kans op een mooie vis hebben laten liggen.
Dan maar weer werpen in de kribvakken. Een snoek volgt het plugje van John, maar onderneemt geen actie deze te onderscheppen.
Dan gaan we terug en proberen de stek waar de volger zich liet zien nog een keer. Dan krijgt John eindelijk wat hij meer dan verdiend heeft. Niet groot maar wel vis.
Na nog enkele aangrenzende kribvakken te hebben uitgeworpen, zetten we er een punt achter. John laat weten een hele fijne en leerzame dag te hebben gehad en dat deze dag voor herhaling vatbaar is. Dan ongetwijfeld met onderlijntje.